Thema: Gelukkig met de psalmen
“Welzalig het volk dat de HEERE tot zijn God heeft, het volk dat Hij Zich als eigendom verkozen heeft.” (Psalm 33:12)
“Gelukkig het volk dat de HEER als zijn God heeft, de natie die Hij verkoos als de zijne.” (Psalm 33:12)
Hoe gelukkig ben je als volk dat de HEER tot zijn God heeft? Stel je voor dat de HEER echt de God van ons land is. Niet alleen omdat wij dat als land zouden willen, maar omdat God ons land zou hebben uitgekozen als Zijn eigendom. Wat zou dat betekenen voor ons? Dat zou een zegen zijn, want zou God ooit Zijn eigendom verspelen? Ja, ik weet het wel, Israël is het volk van God, maar als je zo probeert de denken dan kom je niet daar waar je komt als je er over nadenkt dat wij het volk van God zouden zijn. Je moet je even verplaatsen in dat eigendomsvolk van God.
En ook nu moet je weer niet te snel zeggen: “Ja, maar door in Jezus te geloven, zijn wij Zijn eigendom geworden”. Natuurlijk is dat wel zo, maar dat is niet de context waar je in psalm 33 mee kan en mag beginnen. De psalm is eigenlijk een grote lofzang op Gods macht. Er is niemand die machtiger is dan God en dat heeft dus altijd consequenties voor iedereen die niet buigt onder de macht van God. Er staat in deze psalm zelfs dat Hij de raad van de heidenvolken vernietigt. Natuurlijk gaat dat dan niet om plannen die zijn zoals God is, maar het gaat om plannen die haaks staan op Gods plannen. De psalm laat zien dat God Zijn macht altijd gebruikt om recht te doen.
Als je nu een heidenvolk zou zijn in de tijd van deze psalm, dan ben je toch eigenlijk alleen maar goed af als de HEER je God is? Als dat niet zo is, dan kan dit zomaar desastreus zijn. Niet alleen omdat de HEER recht doet, maar ook omdat de HEER beschermt wie van Hem is. Je kunt je dan nog afvragen of het volk dat God tot Zijn eigendom heeft gekozen allemaal mensen zijn die altijd alles goed doen. Nee, natuurlijk niet, ook Israël in het Oude Testament leefde maar al te vaak niet in overstemming met Gods geboden. Alleen zit er iets in de manier van leven van toen dat vooral gericht was op het geheel van het volk en niet op het individu. Dat zie je altijd terug in het Oude Testament. Een Jood leefde nooit op zichzelf, maar was altijd onderdeel van het grotere geheel. Het volk dat God tot Zijn eigendom had gekozen.
Natuurlijk het gaat hier over Israël. Als je aan Israël komt, kom je aan de HEER Zelf, niet vanwege het volk, maar omdat het Zijn volk is. Tegelijk is het natuurlijk wel waar dat je door het geloof in Jezus ook tot Zijn kind bent aangenomen. Dat is een andere manier van eigendom zijn. Israël is van een andere orde, en dat zal straks blijken in Gods trouw als Israël terugkomt, maar onderschat niet wat het betekent om Zijn geloofsvolk te zijn dat Jezus aannam als Verlosser. Dan geldt hetzelfde principe. Al zit je dan wel op het individuele niveau. De verzameling van gelovigen is ook Zijn volk en daar is Gods zeer beschermend voor. Blijf je denken vanuit het collectief en een overheid die een land toewijdt aan God, Die dat in Christus mogelijk maakte, hoeveel zegen zou dat ons land geven. Absoluut niet om de plaats van Israël in te nemen, maar wel door als land onze plaats in Christus in te nemen en op die manier dezelfde zorg en trouw van de HEER te willen ervaren omdat Hij in Christus je niet alleen als individu wil aannemen, maar zelfs ook als land als dat gestuurd wordt door een overheid die God van harte zoekt.
Dan besef je weer eens, des te meer hoe belangrijk het is om politieke leiders te hebben die God in het centrum van ieder besluit zetten. Dat is een zegen voor het volk wat heel bijzonder zichtbaar is geworden in Gods zorg en trouw voor Israël, maar die Hij in Christus ook aan ons wil geven.
Gebed: HEER, Uw manier van omgaan met Israël maakt ons soms jaloers en verlangend om ook een land te zijn waar U zo op reageert. Meer dan ooit bid ik om een overheid die zich op U richt.