De grote vraag is natuurlijk wat er voor nodig is om meer en meer deel te krijgen aan de Goddelijke natuur. Petrus lijkt dan wel een soort opbouwschema te hanteren. En dat schema begint wel op een bijzondere manier, waar wij misschien wel wat vragen bij zouden krijgen. Om toe te nemen aan de Goddelijke natuur heb je naast geloof, deugd nodig. Dat woord deugd is in onze geloofsbeleving vaak iets dat in een wat verdachte hoek terecht is gekomen. Deugd is dan iets waardoor je iets zou verdienen bij God, maar zo bedoelt Petrus het niet. Deugd is bij Petrus hetzelfde als bij Jakobus de goede werken. Als je gelooft, dan komt er vanzelf ook deugd bij. En zo bouwt Petrus het lijstje verder uit. Na geloof en deugd volgt kennis, zelfbeheersing, volharding en godsvrucht.

Dat je op die manier toeneemt in de Goddelijke natuur is wel duidelijk. Het zijn precies die dingen die nodig zijn om meer en meer naar het beeld van God gevormd te worden. Geloof met goede werken, meer kennis van God en Zijn plan en dan nog die andere dingen erbij, dan ontstaat er meer Goddelijke natuur in je leven. Alleen is Petrus daar nog niet mee klaar. Om echt toe te nemen in die Goddelijke natuur noemt hij er nog iets bij. Eigenlijk iets dat Paulus helemaal niet noemt bij de vrucht van de Geest. Petrus noemt daarbij ook nog broederliefde en als je dan denkt dat je dan alle onderdelen hebt gehad om te groeien in de Goddelijke natuur, dan noemt hij ook nog liefde voor alle mensen.

En als dat dan allemaal aanwezig is, dan zal dat ervoor zorgen dat je niet doelloos en onvruchtbaar zult leven. Dus tot je doel komen in je leven, daar hoort uiteindelijk, naast kennis, geloof en deugd, ook broederliefde en liefde voor alle mensen bij. Eigenlijk, als je er echt even na gaat denken ook wel logisch, want wat is God? God is liefde en als er iemand liefde heeft voor alle mensen, dan is het God Zelf. Het is onderdeel van Zijn natuur. Het is Zijn diepste wezen om mensen lief te hebben omdat dit is Wie Hij is.

Nu zitten wij met een opdracht om broeders en zusters èn alle mensen lief te hebben. Onvoorwaardelijk liefhebben. Tenminste als je meer van Gods natuur in je leven wilt hebben en dat meer wilt laten toenemen. En eigenlijk is dit natuurlijk helemaal geen keus. Want in het geloof leven betekent ook meer van God in je leven. Hiermee zul je je roeping en je verkiezing vast maken. Het zorgt dat je geloof vaster wordt. Soms neigen wij er weleens naar om te denken dat geloof en de vruchten vanzelf groeien. En deels is dat ook helemaal waar. Gods Geest werkt het uit in je leven, maar tegelijk is ook de andere kant waar: Liefhebben is net als kennis vergaren gewoon iets dat je moet doen. Heb lief en neem toe in Gods natuur.

Gebed: Heer, ik wil meer toenemen in Uw natuur in mijn leven, maar broederliefde en naastenliefde vind ik soms wel echt lastig. Leer mij lief te hebben, als een onderdeel van Uw natuur dat door Uw Geest in mij mag groeien.