Je kunt denken aan de meerdere keren dat Hij Zijn moeder met 'vrouw' aanspreekt en haar op haar plaats zet. Toch is misschien ogenschijnlijk het meest pijnlijke wel dat Jezus op een bepaald moment zijn familie negeert en er een andere soort familie boven lijkt te zetten. Het is op een moment dat het rondom Jezus enorm druk is. De menigte om Hem heen is enorm, maar dat is ook het moment dat Zijn moeder en Zijn broers proberen in Zijn buurt te komen. Ze willen Hem spreken. Je zou ook kunnen zeggen dat ze tijd met Hem willen doorbrengen. Je moet daarbij ook nog eens bedenken dat familierelaties in die tijd nog veel belangrijker waren dan in onze tijd. Je was binnen je familie ook echt verantwoordelijk voor elkaar en je stond elkaar bij waar dat kon.

Terwijl Jezus onderwijs geeft wordt Hij op de hoogte gebracht dat Zijn moeder en Zijn broers Hem zoeken. Je zou dan zeggen dat Hij ruimte zou maken om hen te ontmoeten. Al begrijp ik als spreker ook heel goed dat als bijvoorbeeld je ergens in een menigte bent en je kinderen komen er bijvoorbeeld even tussendoor dat dit heel lastig kan zijn. Het lijkt er hier niet op dat ze zich opdringen, ze zijn buiten en wachten op Hem. En dan staat er dat Hij zegt: "Dit zijn mijn moeder en Mijn broers, zij die naar het Woord van God horen en het ook doen". Let even op dat Hij dus niet zegt: "Mijn moeder en Mijn broers, die moeten maar even wachten", dat zegt Hij niet. Geen negatief woord tegen Zijn familie, maar degenen die het bericht komen brengen, die spreekt Hij aan. De kans bestaat dat Hij daarna ook echt gewoon even naar Zijn moeder is gegaan, maar die boodschappers en degenen om Hem heen die spreekt Hij aan. Volgens MattheĆ¼s doet Hij dat niet alleen met de conclusie zoals bij Lukas, maar stelt Hij de menigte de vraag wie Zijn moeder en broers zijn en in Zijn antwoord betrekt Hij er zelfs zussen bij.

Jezus veracht niet Zijn familie, maar zet een familielaag erboven neer. De broers, moeder en zussen van Jezus? Dat zijn degenen die de wil van God horen en doen. Ooit hoorde ik een collega zich afvragen of je wel kunt zeggen dat Jezus je broer is. Ja, dat kun je dus zeggen omdat Hij stelt dat je Zijn broer kunt zijn door Hem te horen en te doen. Telkens in dit gedeelte gaat het om horen en doen. Leven zoals Jezus leefde, daar gaat het om. Je bent een licht in deze wereld als je Zijn Koninkrijk deelt, als het Zaad op goede grond valt, kiemt en veel vruchtdraagt. Als je door volharding een vruchtbaar leven hebt voor Jezus. Als dit nu allemaal zo is, dan ben je moeder, broer of zus van Jezus. Anders gezegd, Jezus heeft het hier over een diepere verbinding dan die van een familielijn.

Je bent dus verbonden met Jezus, meer nog dan met je familie. En familie ontkom je nooit aan omdat de bloedband bepalend is en nu zegt Jezus dat de verbinding met Hem nog veel meer is dan dat. Je ontkomt nooit meer aan de relatie met Jezus. Die band blijft bestaan en nog veel meer dan in een familie van die tijd is er zorg voor elkaar. Ja, voor elkaar, want ook jij bent dan mijn broer of mijn zus. Als jij het van Jezus bent, met de Vader daar nog weer boven, dan zijn we broers en zussen van Jezus, maar ook van elkaar. Dat geeft een verantwoordelijkheid naar elkaar toe, maar ook een opdracht om elkaar oprecht lief te hebben. We zijn aan elkaar gegeven als broers en zussen. Dat is geen keus, maar dat is een gegeven en hoe mooi en hoe heerlijk, als wij als familie, als broers en als zussen met elkaar omgaan.

Gebed: Heer, ik dank U dat ik in U, nooit alleen op de wereld zal zijn, want U geeft mij er meer dan een familie bij.